
Verwarmingsfunctie Applicatie
Warmhouden Om eten warm te houden.
Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
Bevroren gerechten Voor kant-en-klaar gerechten zoals patat,
aardappelkroketten, loempia's.
6.4 Een verwarmingsfunctie
starten
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Selecteer het menu Verwarmings-
functies . Bevestig met OK.
3.
Stel de verwarmingsfunctie in. Beves-
tig met OK.
4.
Stel de temperatuur in. Bevestig met
OK.
Druk op om rechtstreeks naar
het menu Verwarmingsfuncties te
gaan. Te gebruiken als het appa-
raat is ingeschakeld.
6.5 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie in-
schakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
Indicatielampje snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd. Als u
de functie wilt activeren, houdt u
3 se-
conden ingedrukt. Het controlelampje
voorverwarmen wisselt.
Restwarmte
Wanneer u het apparaat uitschakelt, geeft
het display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.
6.6 Energie besparen
Dit apparaat bevat functies die
u helpen energie te besparen
tijdens het dagelijks koken:
•
Restwarmte
– Wanneer de verwarmingsfunctie of
een programma in werking is, wor-
den de verwarmingselementen 10%
eerder uitgeschakeld (de lamp en
ventilator blijven werken). Voor deze
functie moet de kooktijd langer zijn
dan 30 minuten of u gebruikt de klok-
functies ( Duur , Eindtijd ).
– Wanneer het apparaat uit is, kunt u
de warmte gebruiken om het eten
warm te houden. Op het display
wordt de resterende temperatuur
weergegeven.
•
Gebruik met de lamp uit - Houd
gedurende 3 seconden vast om de
ovenlamp tijdens het koken uit te scha-
kelen.
NEDERLANDS 13
Komentáře k této Příručce